|
28-11-2013 In de raadsvergadering van 26 november 2013 is gesproken over de nota
preventief jeugdbeleid. Napoleon heeft eens, op het zeggen van een moeder dat zij moest beginnen
met de opvoeding van haar kind dat drie jaren telde, het snedig antwoord
gegeven: Mevrouw, indien ge nu nog moet beginnen, hebt ge uw plicht reeds
drie jaar verzuimd. Dit wordt onderstreept door onverdacht seculiere zijde. Niemand minder
dan de in 2005 overleden Prof. Dantzig, een overtuigd atheist, die eigenlijk
aan de wieg stond van de CJG-idee, heeft het volgende gezegd: We zouden het vanavond eigenlijk niet moeten hebben over regeltjes en
nota's, maar over de noodzaak van herbronning van onze samenleving. Kan
dat nog? Jazeker. De tijd van Kerst nadert weer. En dan komt dat ongelooflijke
woord tot ons: Een Kind is ons geboren! Een Zoon is ons gegeven! De verlossing,
door Hem teweeggebracht betreft lichaam en ziel, eeuwigheid en tijd, mens
en samenleving. Daarbij moet het beste in het oog worden gehouden. Dat moet! Daar heb ik zojuist een woord over gezegd. Maar het beste mag nooit de vijand worden van het goede. Daarom haast ik mij, na deze algemene inleiding, het karretje van mijn betoog toch over te brengen van deze visionaire hoofdweg op de zandweg van gemeentelijke nota's en verordeningen. Een aantal opmerkingen over de nota preventie jeugdbeleid: · Blz. 12. We lezen bij het rijtje uitganspunten de veelgehoorde leus: Eén gezin, één plan. Het lijkt ons een loffelijk streven; daarom laten we het staan. Maar hierover hebben we nog wel twijfels of dat mogelijk is. De ambitie is goed. · Blz. 14. We stemmen in met de opzet van een Beleidsoverleg Jeugd.
· Op blz. 15 wordt in ander verband gesproken over betrokkenheid van ouders bij de ontwikkeling van Jeugdbeleid. Dat waarderen we positief. · Blz. 15. Betrekken van jongeren bij beleid via digitale snelweg lijkt ons niet zinvol. Warm contact is beter. Het gaat over beleid, niet over persoonlijke problemen, waarbij we ons voor kunnen stellen dat digitaal wat anoniemer is, en dus gemakkelijker om mee te beginnen. Bij beleidsontwikkeling lijkt ons dat niet zinvol. Graag reactie. · Op blz. 15 is sprake van enkele open einden: De regiegroep Jeugd en Veiligheid, het Managersoverleg CJG en het Zorgteamoverleg vanuit soza. Er wordt gesproken over overlap of mogelijk hiaat, maar onze vraag is: Beweegt dit naast elkaar, of zit hier hierarchie in? Kan het CJG de koepel vormen? Graag reactie. · Blz. 15. De portefeuillehouders van de gemeente Kampen en Staphorst
nemen het initiatief voor overleg met de directie van het Pieter Zandt
College in Kampen. Wat is de positie van de portefeuillehouder van de
gemeente Kampen? · Blz. 15. Met de samenwerking met de gemeente Zwartewaterland in de beleidsontwikkeling zijn we content. · Blz. 16. Het CJG is voor ons een hoofdthema op dit dossier.
Wat ons betreft, vervult dit een centrale rol in het jeugdbeleid. · Blz. 18. En dan de jongerenwerker. Doel is het versterken van jongeren in relatie tot hun omgeving. De jongerenwerker gaat zich bezig houden met bewustwording en met het maken van keuzes. Dat is niet niks. Daarbij zijn zonder meer normen en waarden in het geding. Uitstekend. De SGP is nooit voor neutraliteit geweest. Maar welke normen en waarden worden gehanteerd? De gemeente formuleert, als we het hebben over de SMON, prestaties en richtlijnen op basis van doelstellingen. Wij laten ons graag voorlichten over deze zaken; waarbij de resultaten-tot-nu-toe, niet onbesproken blijven. Er wordt ook gesproken over ondersteuning door de jongerenwerker bij het organiseren van activiteiten. Wordt dit een soort verenigingswerk vanuit de gemeente? Daar zijn we niet zo blij mee, al kunnen we ons wel voorstellen dat er een begin van contact gemaakt moet worden. Of is dit een vorm van schakelwerk naar bestaande verenigingen? Dat zou onze voorkeur hebben. · Op blz. 19 lezen we over het ondersteunen van organisaties. En verderop in het document wordt ook gesproken over sportverenigingen, die zich met jongeren bezig houden. Wordt hier bedoeld een ondersteuning in het leren herkennen en signaleren van zorgbehoefte? Dat kan een goede zaak zijn. · Op blz. 19 lezen we ook over verbreding van de doelgroep en het aanstellen van een identiteitsgebonden werker. Wij kunnen hier wel mee instemmen, al kunnen wij ons voorstellen dat kerken zich niet gebonden achten aan een identiteit die te ver bij hen vandaan staat. Wij achten dat dit gerespecteerd moet worden. De procesmatige ambities zoals weergegeven bovenaan blz. 20 hebben onze instemming.
· Op blz 25 lezen we over leerlingen in groep 7 (dit vanwege het contactmoment in dat jaar) die bepaalde psycho-sociale problemen hebben. Voor SOVA-training is nu al een verwijsbrief van de huisarts nodig. De school zou hier zelf adequaat mee om moeten kunnen gaan. Daar zou dan wel een klein budget mee gemoeid zijn. Behoort dit tot de mogelijkheden? Dan leidt preventief beleid tot preventieve aanpak. Over het Stappenplan op de achterste bladzijde de volgende opmerkingen: 1. Het CJG doorontwikkelen naar sociale wijkteams, daar zijn wij vooralsnog
faliekant tegen. Dit wordt (a.) plaats met wel wat al veel de sfeer van
Big Brother. 16. De regiegroep Jeugd is voor ons een blinde vlek. Kan de portefeuillehouder hier iets over zeggen? 19. Wat wordt bedoeld met de verbetering van de ondersteuning van sportverenigingen? Mijnheer de voorzitter,
terug >> |
|