28-11-2013
Cultuurnota inspireert niet. Een gemiste kans.

In de raadsvergadering van 26 november 2013 is gesproken over de nota cultuurbeleid.
De nota geeft de actuele situatie weer op het gebied van kunst en cultuur(historie), waarbij de aandacht wordt gericht op verdere samenwerking.
Hieronder leest u de bijdrage van Arie den Ouden namens de SGP fractie.

Cultuur in bredere zin is het geheel aan voortbrengselen en sporen van activiteiten van de mens/mensheid -sinds zesduizend jaar- in de strijd om het bestaan.
Zo gezegd: de sporen van de struggle for life.
Dat klinkt -behalve de zesduizend jaar- misschien wat evolutionistisch. Mens en dier op één lijn.
Maar cultuur in engere zin is het geheel van voortbrengselen van de menselijke zoektocht naar zingeving, gepaard gaande met emotie.
We noemen dit kunst. Dit laatste, cultuur als zoektocht naar zingeving, is niet de betekenis, maar wel een vingerwijzing naar het Schriftwoord dat de mens niet bij brood alleen leeft.
Kunst onderscheidt de mens van een dier. Een dier schildert niet, en maakt geen muziek.
Onder andere door zijn kunstuitingen komt de mens naar voren als beelddrager Gods.
Daarom is het voor de SGP de moeite waard om over cultuur en kunst na te denken.
Wij achten het overigens beslist niet tot een kerntaak van de overheid te behoren.

In klein verband hebben de woordvoerders van de verschillende fracties de mogelijkheid gehad hun inbreng te leveren bij de opstelling van deze nota. Een goede zaak. De raad heeft daarna een startnotitie vastgesteld.
Daarna is er een tweede bijeenkomst geweest, die door allen als zeer constructief ervaren werd.
Bij de derde bijeenkomst was er een gezamenlijke opmerking dat juist met de resultaten van de tweede bijeenkomst niet veel gedaan was. We hoorden van de zeer betrokken opstellers van de nota, dat niet afgeweken mocht worden van de letter van de startnotitie. Dat is jammer. De voorliggende nota zou aan kwaliteit gewonnen hebben. Ik herhaal wat ik op de laatste bijeenkomst gezegd heb: Het is als een huis waarbij net de verhuiswagen is leeggemaakt. Alles staat kris-kras door elkaar. Een omgevallen boekenkast. Deze nota inspireert niet. Een gemiste kans.

Een voorbeeld:
Onder het kopje visie is niets van een visie te lezen en worden feiten vermeld en doelstelingen geformuleerd, maar geen visie op kunst en cultuur. Ergens in de uitwerking lees ik opeens dat cultuur en kunst met identiteit te maken heeft, dat het met ons zijn te maken heeft. Zo'n opmerking hoort in de visie thuis.

Onder het kopje 'definitie' staat te lezen, dat de gemeenteraad heeft aangegeven dat zij cultuur in brede zin moeilijk te definiëren vindt, en daarom een definitie van cultuur in beperktere zin geeft. Tien regels verderop staat dan weer: "We kiezen er niet voor hier een harde definitie te geven, maar vinden het belangrijker om aan te geven wat wij onder de reikwijdte van de cultuurnota vinden vallen". Wat een omhaal van woorden om niets te zeggen.
En dan staat er op blz 6, eerste regel: Op basis van de gegeven definitie wordt duidelijk dat kunst en cultuur belangrijke waarden vertegenwoordigen. En er staat nergens een definitie?! Kortom: een onevenwichtige nota, die niet voldragen is.
Ik vraag me eigenlijk af of zo'n concept niet teruggestuurd moet worden. Omdat ik niet kan ontkennen dat de raad de startnotitie vastgesteld heeft, hoewel dat als uitgangspunt bedoeld was, en niet om te binden, neem ik aan dat er niet veel zal veranderen. Ik betreur dat ten zeerste.

Enkele opmerkingen:

De provincie noemt in haar cultuurbeleid als eerste hoofddoel:
Behoud en ontwikkeling van het culturele erfgoed om zo de identiteit en eigenheid van Overijssel zichtbaar en beleefbaar te maken.
Dat klinkt als een klok.
Een Staphorster variant hierop zou in deze visie niet misstaan hebben. Een enkel voorzichtig zinnetje komen we tegen in die richting, maar met veel mitsen en maren omgeven.
Daar spreekt geen zelfbewustheid uit.

De financiële paragraaf.
Daar gaat het in de praktijk om, laten we maar eerlijk zijn.. Daar komt eigenlijk niet veel nieuws uit de bus. Daar hebben wij geen enkele moeite mee. Het is mooi dat we een totaaloverzicht hebben over wat de gemeente financieel doet op dit terrein. Van de ruim vijf ton heeft verreweg het grootste deel een structurele bestemming.
De bibliotheek soupeert het overgrote deel van het budget op.

We zien de laatste tijd steeds meer culturele activiteiten waar we niet zo blij mee zijn. Gaan kunst en respect ook samen? Of moeten de draagsters van Staphorster goed het slikken als stoffen die de uitdrukking zijn van de zwaarste rouw op ludieke wijze ingezet worden? En als ik dan sommigen hoor zeggen dat kunst mag shockeren, dan vraag ik me af waarom ik op school de kinderen respect bij probeer te brengen. Kunstenaars schijnen zich aller-individueelst te mogen ontplooien, en dat moet iedereen respecteren. Dat is wel een erg eenzijdig respect. Dat drijft bevolkingsgroepen uit elkaar.

Cultuur heeft een economisch aspect.
Daar is op zichzelf niets mis mee, maar het echt vermarkten van cultuur geeft juist distantie met die cultuur aan. De vraag is gerechtvaardigd of men die cultuur dan echt lief heeft. Wij hebben hier sterke twijfels over. Deze nota zegt daar gelukkig niet zo veel over. De gemeente zal hier in ieder geval niet in participeren.

De muzikale vorming.
Ik zal er geen lyrisch verhaal over ophangen, hoewel na het leren lezen het leren musiceren direct volgt. Via de scholen wordt hier gemeentebreed ook wat aan gedaan. Dat is op zichzelf een goede zaak.
Daarnaast ontvangt de christelijke muziekvereniging Prinse Margriet een subsidie. Daar kan over getwist worden. Doorgaand muziekonderwijs voor alle kinderen in de gemeente is natuurlijk het mooist, maar daar is het geld niet voor in kas. Het is spijtig, maar het is niet anders.

Als laatste de werkgroep cultuur-educatie; een zeer belangrijke speler om de ambitie van de gemeente op dit terrein te realiseren. Haar werk wordt door de scholen ook zeer gewaardeerd. Het is echt een meerwaarde. We lezen in de cijfers dat de subsidie van de provincie doorgaat. Is dat een feit? Ik hoor geruchten dat de scholen dit in de toekomst zelf op moeten pakken. Daar is misschien alles voor te zeggen, maar ik voorspel u dat dat niet gaat lukken. Daar zit zoveel kantoorwerk bij dat een onderwijzer daar niet instapt. Daar ligt zijn of haar ambitie niet. En daar moet u blij mee zijn.

Tot zover onze bijdrage in eerste termijn.

 

terug >>

Arie den Ouden