|
14-06-2012 In de raadsvergadering van 14 juni jl. heeft de raad de startnotitie
cultuurbeleid behandeld. Eerst konden de fractiewoordvoerders een algemene
indruk geven over de opgestelde notitie . Ook was er de gelegenheid de
eigen visie op het cultuurbeleid neer te zetten. Daarna is aan de hand
van een vijftal stellingen per stelling de mening van de fractie weergegeven
en kon men met elkaar de discussie aangaan. Allereerst wil ik uitspreken dat ik de twee bijeenkomsten in de werkgroep
ter voorbereiding van deze startnotitie als bijzonder prettig ervaren
heb. Omdat er veel meer tijdbeschikbaar is, is er veel meer uitwisseling
van gedachten, en dus de mogelijkheid om iets dieper te boren. Dat de
politieke stellingname in het openbaar plaatsvindt is goed. Nu het stuk zoals het voorligt Dat is voor de overheid een kwestie van zijn of niet zijn. Wij stellen dus voor om in stelling 1 te verwoorden dat In de toelichting naar stelling 2 lezen we (de laatste drie regels):
Het gaat meer om voortbrengselen en uitingen van intellectuele en artistieke
aard, en om activiteiten die daarop gericht zijn. De stelling zet dan
ook in met de woorden: De nota cultuurbeleid richt zich op cultuur
in meer beperkte zin. Hier wordt ik eigenlijk mismoedig van. Ik ben
enkele weken geleden met mijn klas naar de Veldschuur Bid en Werk te gaan.
Dan zie je de gebruiksvoorwerpen van onze verre voorouders: pijlpunten,
aardewerk, muntjes, gebedsbeeldjes, mantelhaken en schoengespen uit de
tijd van de Romeinen etc. daar wordt brood gebakken in een veldoventje
etc. Ik zeg niet dat daar niets artistieks tussen zit. Die gebruiksvoorwerpen
zijn soms kunstzinnig vormgegeven. Maar dat was extra. Het zijn echt gebruiksvoorwerpen,
en geen kunstvoorwerpen. Daar kleeft het leven van onze voorouders aan.
Als 'het hele leven' niet onder cultuur valt, wat moeten we dan met onze
monumenten, met ons archief, met 'proef Staphorst' met ons project 'bossies
an diek' etc. Concreet gaat het om gewoontes en stijlen dit zich in al
hun diversiteit uiten in o.a. voedselbereiding, kleding, bebouwing, bewoning,
arbeid, zorgverlening, ontspanning, kunst, versiering en Wijze van Godsverering. Wij willen in de nota ook aandacht besteden aan kunst, maar dat is een
verbijzondering van het leven. En als zodanig krijgt het zeker ook een
plaats in de nota. 2. De gemeente Staphorst onderscheid in haar beleid twee terreinen: Cultuur in ruimere zin, in verleden (erfgoed) en heden, dat alle uitingen van menselijk leven omvat; en cultuur in engere zin, waarbij het met name gaat om bijzondere uitingen van intellectuele of artistieke aard. In de aanloop naar stelling 3, waar terreinen en thema's opgesomd worden,
ontbreekt een aandachtsstreepje voor religieus erfgoed. Wij kunnen dat
eigenlijk niet geloven. En dat in Staphorst. Hier worden wij echt verdrietig
van. Dit kan niet waar zijn. Kan de portefeuillehouder dit meenemen? In
de opsomming missen wij ook de werkgroep archeologie, (met haar vondsten
van zogenaamd tienduizenden jaren oud
), funerair erfgoed. En er
zal hier en daar nog wel wat aangevuld moeten worden. In stelling 4 kunnen we ons heel goed vinden. Wat ons betreft verdwijnt wel de museumsteeg uit de opsomming, en wordt
de museumboerderij als lemma onder het cultureel erfgoed genoemd. Stelling 5. 5. Grenzen 6. Financiën Ook los van dit, is onze fractie al van mening dat bijvoorbeeld cultuureducatie
allereerst een zaak van de scholen is. En wat betreft culturele ontwikkeling
en -activiteiten van individuele burgers: Hier moet het particulier initiatief
de kar voorlopig maar trekken. Het geld is op! |
||